Tuesday, July 25, 2006

Youp, bedankt - Zidane over en uit

Bravo, Youp! Ik ben niet zo'n heel grote fan van je columns, moet ik bekennen - maar deze keer (op 15 juli - ik zag hem natuurlijk pas veel later) was ie me uit het hart gegrepen.

Wie wil als vrouw niet zo’n broer? Een broer die het niet pikt als jij en je moeder voor hoer worden uitgemaakt. Een broer die zich onmiddellijk omdraait en de gluiperd met een welgemikte stierenstoot op de grond legt. Een broer die heel simpel denkt: je blijft met je gore woorden van mijn familie af. Zo’n broer. Wie wil dat niet?

Een broer die schijt heeft aan de plek waar het is. Die niet een aantal maanden gaat lopen piekeren hoe hij diegene terug zal pakken. Die niet diplomatiek roept dat wraak koud gegeten dient te worden. Integendeel. De wraak mag gloeiend heet zijn. Zijn moeder en zus zijn geen hoeren en zeker geen terroristenhoeren. En wie denkt dat hij dat ongestraft kan roepen krijgt een kopstoot voor zijn kippenborst.

De zus van Zizou glimt van trots. Haar broer deed het. Hij nam het voor haar op. In het Berlijnse Olympisch Stadion. Daar waar Jesse Owens zeventig jaar geleden vier keer goud pakte. Waar Hitler zich toen lafhartig uit de voeten maakte omdat hij de zwarte hand van de magische atleet niet durfde te schudden.

Daar stond haar broer in een bijna volledig zwart team en liet hij voor haar de wereldbeker lopen. Omdat een of andere Italiaan haar uitschold.

En zo gaat het verder. Super. Eerst dacht ik nog: die is ironisch - maar nee, of er moeten zoveel dubbele bodems in zitten, dat ik ze niet meer zie.

De hele column staat op http://www.nrc.nl/columns/youp_vt_hek/article388349.ece .

Overigens: waar maken we ons druk om, in deze tijd van katjoesja's en andere bommen...

Tuesday, July 18, 2006

Zizou - wat hij echt zei

Ja, ik weet het. Heb je ze allemaal gehad, kom ik nog een keer met m’n grain de sel. Maar ik moest eerst het een en ander uitzoeken. Dat kost tijd – meer tijd dan wanneer je maar wat roept.
De kopstoot van Zinédine Zidane zou dus met zijn ‘eer’ te maken hebben, als we een aantal van onze columnisten mogen geloven: op z’n minst Sylvain Ephimenco in Trouw en Max Pam in Het Parool – en anderen suggereerden meer of minder expliciet hetzelfde. Althans in Nederland, want elders ben ik deze interpretatie niet tegengekomen – en al zeker niet in Frankrijk.
Want hoe zou Zidane zijn kopstoot verklaard hebben? ‘Ik ben een man...’ Versta: ik ben een mediterrane/Arabische/Berberse man en als een straatgozertje als Materazzi mijn moeder en zus voor hoer (en misschien ook terrorist) uitmaakt, dan ben ik in m’n eer geraakt. Logisch, toch? Denken ‘ze’ niet allemaal zo, aan gene zijde van de Middellandse Zee? En hun afstammelingen aan deze kant dus evenzeer... ook al zijn ze honderd keer meer titi marseillais dan arabe.

Alleen: Zidane heeft dat nooit gezegd. De reacties en verslagen verbaasden me – ik had ook dat zinnetje gehoord, en het totaal anders begrepen, afgaand op de toon en de context. ‘Je suis un homme...’ betekent immers net zo goed ‘ik ben een een mens’ , dus: ik ben feilbaar
(en Ephimenco weet dat beter dan wie ook - maar ook hij is een mens). Voor de zekerheid heb ik het interview – beide interviews, want twee uur na dat met Michel Denisot op Canal+, gaf Zidane er één aan Claire Chazal op TF1 – nog eens helemaal bekeken, beluisterd en het verbatim verslag erop nagelezen (ze staan o.a. op zijn eigen website, www.zidane.fr, niet moeilijk te vinden). Geen enkele verwijzing naar zijn ‘eer’, wel (een beetje verlegen) naar zijn ‘duistere kant’ en het feit dat zijn kopstoot ‘onvergeeflijk’ was (ook al was in zijn ogen Materazzi met zijn provocatie ‘de echte schuldige’). Tegen Claire Chazal zei hij het nog een stuk duidelijker: ‘Je suis un être humain... personne n’est parfait...’ (letterlijk: ‘ik ben een menselijk wezen... niemand is volmaakt’). En in hetzelfde gesprek had hij het niet over z’n eer, wel over de vice-voorzitter van de Italiaanse Senaat, die les Bleus voor een ploeg van zwarten en islamisten had uitgemaakt.

Tot slot: Henk Spaan – die Zizou in Het Parool een overigens niet onverdiende 4 gaf voor z’n kopstoot – krijgt op zijn beurt een 4. Voor z’n Frans. En ook omdat een fout van hem inmiddels een eigen leven is gaan leiden. De uitdrukking pied noir, mon cher confrère, is nooit een scheldwoord geweest. En het slaat niet op Arabieren. Het wordt gebruikt voor mensen die weliswaar uit Algerije afkomstig zijn (of daar – toen het nog een kolonie was – woonden) maar hun roots in Frankrijk hebben; Fransen uit/in Algerije dus, net als de Hollanders in/uit Nederlands-Indië, destijds. De herkomst van het woord is onzeker, de meest plausibele verklaring die ik heb gehoord is dat die mensen ooit door de Algerijnse Algerijnen zo genoemd werden omdat ze schoenen droegen – in die zin hadden ze dus ‘zwarte voeten’.